Het was de week na mijn bevalling. Dat hoofd was nog helemaal niet bij de tijd, maar gelukkig was daar de kraamhulp. “Marieke, vandaag komt het consultatiebureau.” Op mijn werk noemen we het ook wel het consternatiebureau, maar nu ik er zelf mee te maken kreeg keek er toch wel wat tegenop, maar ik had met mijzelf afgesproken er open in te gaan.
Er kwam een vrouw binnen die het bloed kwam prikken bij onze zoon. Eigenlijk sprak ze geen woord met ons, maar alleen al met de kraamverzorgster. Ze kwam ook nog eens binnen op slippers. Ieder zijn eigen werkdresscode, maar de mijne is het niet. Geïrriteerd zat ik toch na het bezoekje op de bank. Ik snapte het niet. Je komt in een pas gestart gezin, met een lieve kleine baby en je gaat kletsen tegen de kraamverzorgster over de vakanties van je kinderen. Vraag liever hoe de baby het doet of wij?
Twee weken later kwam de volgende Finn meten. Super veel zin had ik om te zien hoeveel hij gegroeid was. Het meten duurde nog geen tien minuten en toen zat ik met Finn weer op de stoel. Tot mijn verbazing klapte ze een laptop open en dat ging onder het mom van gegevens invullen. Prima, maar al snel bleken het veiligheidslijsten te zijn. Natuurlijk niks mis mee, maar giet het dan in een gesprekje. Als klap op de vuurpijl kregen we eeen folder van de cursus “pittige jaren”. “Nee,” zei ze, “ik schat niet in dat jullie het nodig hebben, maar we geven het aan alle ouders.” En hoppa bij de folder hoorde veiligheidslijst nummer drie. Deze moest ik dan bij het volgende bezoek meenemen. Je snapt, ik heb hem nooit ingeleverd.
Een uur verder hadden we dus twee veiligheidslijsten ingevuld, een folder besproken en vond ze dat Finn echt al op zijn eigen kamer moest slapen. Na dit bezoek wist ik het zeker: het cb en ik zouden nooit dikke verkering krijgen.
Eigenlijk is het zonde dat ik zo’n gevoel heb bij een belangrijk orgaan als het consultatiebureau. Zij zien het jonge kind de eerste paar jaar het meeste. Ze hebben een signalerende, maar daarnaast ook een advieserende functie. Een eerste vraag moet zijn: wilden jullie al lang kinderen of hoe ging de bevalling? in plaats van: zijn er depressies in de familie? Nuttige vraag wel, maar niet handig als eerste. Ik zou wensen dat mijn consultatiebureau meer investeerde in het voeren van gesprekken op een leuke en ontspannen manier en ik zou het mijzelf en Finn gunnen dat ik een laagdrempelige plek heb waar ik onze vragen kan stellen. Nee, ik stel ze liever niet meer aan het cb, maar in plaats daarvan aan de huisarts. Zonde, heel zonde.
Liefs,
Marieke
1 Comment
Gerda
april 14, 2019 at 7:25 pmoeps ik ben zelf jeugdverpleegkundige en mijn haren gaan overeind staan als ik dit verhaal lees. Het zou mooi zijn als de desbetreffende collega feedback krijgt op haar optreden en de komende huisbezoeken op een positieve manier gaat doen. Misschien kun je ergens een tip achterlaten.
De huisbezoeken zijn zo mooi en waardevol om de te doen. Jammer als het dan zo gaat. Gr Gerda