De theorie uit mijn studies als onderwijsassistent en daarna als Sociaal pedagogisch hulpverlener komt nog vaak terug in mijn doen en laten. Vooral dat “pedagogische” stukje is tegenwoordig steeds meer van toepassing. Daarmee wil ik zeker niet zeggen dat ik op z’n tijd niet eens flink onpedagogisch uit de hoek kan komen… maarrr er zijn wel een paar tips die ik mee gesnabbeld heb in mijn studies en loopbaan waar wij nu dikwijls onze vruchten van kunnen plukken in de opvoeding.
Zie hier de peuterpuber-survival tips a la Josie op een rijtje:
Tip 1: benoem het gedrag dat je graag van het kind wilt zien
In plaats van benoemen wat het kind niet mag doen. Vaak werkt de aandacht leggen op wat het kind fout doet juist averechts, daarnaast wordt de sfeer er niet beter op. En het laatste wat je wilt is een discussie met je tweejarige huisgenoot.
Tip 2: Geef je kind keuzes uit twee opties
Die je van te voren natuurlijk secuur hebt uitgeplozen. (zodat je toch zelf nog een beetje regie houdt over je eigen leven)
Twee opties zijn overzichtelijk en geeft dus geen keuzestress voor je peuter en een leuke bijkomstigheid is dat de autonomie van je peuter bevorderd wordt. Gevalletje twee vliegen?
Tip 3: verlies je niet in discussies, maar houd je doel in het oog
Of dat nou links of rechtsom gebeurt maakt uiteindelijk niet zoveel uit.. Jij wilt je pap met een kleine lepel eten ipv met een grote? Helemaal prima! (Haha! Super slecht voorbeeld, maar je snapt hem)
Tip 4: betrek je peuter bij je dagelijkse handelingen
Negatieve aandacht is ook aandacht en laat die nou net precies altijd de kop op steken als je of met baby aan de borst of stofzuiger in de hand staat. Betrek je kind bij de taak en Voila!: positieve aandacht.
Tip 5: speel in op de interesses van je kind en stimuleer door samen te spelen
Eentje die een beetje losstaat van de anderen, maar waar ik wel altijd bewust mee bezig ben. Waar zit het kind in zijn ontwikkeling en hoe kan ik die nieuwsgierigheid prikkelen. Vaak spelen we de eerste keren samen, waarna het spel enthousiast wordt overgenomen en uitgebreid. Resultaat: uren speelplezier, ook zonder mama.
Tip 6: neem een time-out
Huh? Bedoel je niet: geef een time out?
Het lijkt er op! Maar deze heeft een iets andere insteek.
Soms is het goed even uit de situatie te stappen of een grens aan te geven, omdat het je zelf te hoog zit. Beter dan de boel bij elkaar schreeuwen, omdat je emmertje overloopt. Met de prettige bijkomstigheid dat je hierna weer rustig verder kan in de communicatie met je mini-me.
Picture this: Jij, aan het eind van de dag. Je gezin aan tafel, nadat je jezelf hebt uitgeslooft in de keuken en.. een jengelende peuter. Dat kon je er net even niet meer bij hebben. Tijd om je grens aan de geven:
Zeg: Je mag best even huilen, maar dan mag dat even op de trap. Hier gaan we gezellig eten. Mocht je ook gezellig willen komen eten dan mag te terug komen. Werkt hier erg goed!
Tip 7: de mantra “ik begrijp je niet, wil je een vraag stellen?”
Of in een andere variant. Natuurlijk begrijp je wel wat je huilende, gillende of krijsende peuter bedoelt, maar veel peuter-pubers zijn prima in staat een vraag te stellen. Wel heet het een mantra, omdat het iets is wat meerdere malen per dag herhaalt moet worden. Hier draait onze peuterzilla meteen om in een rustige Buddha na de mantra.
Tip 8: ben je bewust van je spiegelfunctie
Wil je niet dat je peuter het doet? Doe het dan zelf ook niet!
Tip 9: zet jezelf op 1
Dit is stiekem een tip aan mijzelf. In het vliegtuig zet je ook eerst je eigen masker op, voordat je een ander kunt helpen. Do I need to say more…
Liefs,
Jozefien
No Comments