3 augustus 2019
De eerste levensdagen van Livia verbleven we bewust in het ziekenhuis. Vele vroedvrouwen zegden me op voorhand dat het mogelijks rustiger zou zijn als ik poliklinisch zou bevallen, m.a.w. binnen de 24u na de bevalling huiswaarts zou keren met de baby. We kozen toch voor een kort verblijf aangezien we die nauwe opvolging wel zagen zitten. Je hebt, als moeder voor je eerstgeborene, recht op 3 nachten. Terugbetaald ziekenhuisverblijf. Dit is wel tricky want als je net voor middernacht bevalt telt die nacht mee als eerste nacht maar als je, zoals wij, bevallen net na middernacht, om 00:38u om precies te zijn, telt deze nacht NIET mee en krijg je dus nog een nachtje ‘cadeau’ (lees: terugbetaald) van vadertje staat.
De ligduur, zoals ze dat noemen, hebben wij als enorm aangenaam ervaren. In tegenstelling van wat veel moeders me eerder al zegden, kwam er helemaal niet teveel personeel over de vloer, integendeel. Wij bevielen natuurlijk wel in de zomervakantie, op een vrijdagnacht. In de weekenden is er sowieso minder volk op de werkvloer aanwezig, zijn er geen studenten, komt de kinesiste niet langs…
Het grootste nadeel aan bevallen op een vrijdagnacht is wel dat de meeste vrienden en familieleden vrij zijn die eerste weekenddag en perse een bezoekje willen brengen. Livia was nog geen 15u oud en er stonden al 11 (!) personen op onze kamer die gretig hun liefde wilde delen met mijn pasgeboren pareltje. Dit topic vind ik zeer belangrijk voor aanstaande moeders. Dat bezoek zowel in het ziekenhuis als thuis heb ik niet zo goed ervaren. Lees hierover meer in mijn blog ‘Bezoek aan mijn kraambed’ (www.momsarahwithlove.be).
De eerste tranen
De eerste tranen waren op de dag van thuiskomst. We hadden met volle moed het ziekenhuis een dag vroeger verlaten, omdat we helemaal klaar waren om met ons 3 aan het leven te beginnen. Dan kom je thuis en is alles opeens anders. Buiten de felicitatiekaartjes en prachtige ballonnen was er helemaal niets veranderd en toch… Niets voelde nog hetzelfde.
Manlief en ik dachten eraan om ons op te sluiten in onze grote slaapkamer om terug het cocon-gevoel van in het ziekenhuis op te wekken, maar voor we het wisten stond er opnieuw bezoek.
Die avond, na het bezoek, volgde mijn eerste befaamde huilbui, de babyblues of ook wel kraamtranen genoemd. Die beginnen bij de meeste vrouwen namelijk vanaf ongeveer de 3-4e dag na je bevalling. Je maakt op heel korte tijd ongelooflijk veel veranderingen mee, zowel lichamelijk, emotioneel als sociaal. Je moet nog wennen aan je nieuwe rol en je lichaam moet nog herstellen van de geleverde inspanning. Babyblues zouden veroorzaakt worden door snel veranderende hormoonspiegels, stress en vermoeidheid. Diezelfde moment begint meestal ook de stuwing in de borsten waar je geen blijf mee weet. En was dat nu net niet de dag dat moeders huiswaarts moeten keren?
De eerste huilbui vond ik heel heftig. Het voelde alsof ik de controle had verloren over mijn leven en over mijn huishouden. Complete chaos in mijn hoofd. Ik nam zelfs een foto van mezelf huilend omdat ik niet wist wat me overkwam en mijn mama vroeg of dit wel normaal was. Ik post hiernaast de foto zodat jullie weten dat het niet meer dan normaal is als je even de complete controle verliest over je emoties en huilt als een baby die net ter wereld kwam. Dit mag absoluut geen taboe zijn.
Blijvende huilbuien
Die huilbuien bleven elke dag opkomen, telkens rond de vroege avond. Zoals ik in een eerdere blog (momsarahwithlove.be) al schreef kwam dit mede doordat de nacht dichterbij kwam en ik wist dat ik er dan weer grotendeels alleen voorstond. Ik alleen met dat lief en schattig maar compleet afhankelijk wezentje de nacht in. Op die zwakke momenten stelde ik alles in vraag; had ik wel de juiste keuze gemaakt om mama te worden? Zou ik dit wel kunnen? Wat als manlief binnen 2 weken terug begint te werken? Wat als ik ooit (binnen 6 maanden) moet gaan werken?
In principe mogen die gevoelens van somberheid en lusteloosheid niet langer dan 14 dagen duren. Moesten ze langer aanhouden, wordt er aangeraden met een professional te praten. Men weet dat maar liefst 7-20% van de vrouwen lijden aan een postpartumdepressie. Met andere woorden tot 1/5 vrouwen! Die kennis was me allemaal bekend en al bleef ik huilen, ik dacht er geen seconde aan naar mijn huisarts te gaan om erover te praten. Ik dacht dat het kwam door mijn hormonen in combinatie met de borstvoeding, doordat ik geen controle had over mijn dagindeling, doordat ik Livia pijn zag lijden (momsarahwithlove.be). Over van alles en nog wat gaf ik mezelf de fout. Ik was het probleem, door mij was Livia niet gelukkig. Ik voelde me op een bepaald moment zelfs schuldig dat ze geboren had moeten worden, dat ze niet meer in mijn warme ballon kon vertoeven.
’s Morgens had ik steeds goede moed en tegen de namiddag zakte die volledig weg, diep in mijn schoenen, elke dag opnieuw. Tot ik op een ochtend opstond en die gewoonlijke ‘ochtend-moed’ niet (meer) op kwam. Ik werd die dag erg ziek. Ik voelde me miserabel, alles deed pijn. Ik ging naar mijn huisarts en zij nam de woorden ‘postnatale depressie’ in de mond. Ik wist hier werkelijk ALLES over vanuit mijn opleiding en beroep en toch had ik het zelf niet ‘gezien’. Maar doordat ze die woorden in de mond nam viel alles op zijn plek. Ik had 11 weken overleefd. Ik was van pediater naar pediater gespurt, ik had onze lieve poes Basil moeten afgeven na meerdere nierfalen tijdens die eerste levensweken van Livia en dan plots, op 11 weken, hadden we eindelijk Livia kunnen ‘genezen’. Mijn ‘dagdoel’ viel weg van overal heen te rijden en te zoeken naar de pijn en onrust van Livia. Plots had ik tijd… Dat ik op dat moment fysiek ziek werd is mijn redding geweest want ik heb meteen de koe bij de horens gevat en een collega (psychologe van opleiding) gecontacteerd. Het verbaasde haar niet dat ik voelde wat deels bij een postnatale depressie hoorde gezien mijn persoonlijkheid: ik ben erg gestructureerd, planmatig, perfectionistisch,… en dat loopt niet altijd gemakkelijk samen met een pasgeborene en al helemaal niet met een pasgeborene die ernstig allergisch bleek aan koemelkeiwitten. Ik voelde me eerst zo opgelucht. Opgelucht dat dat de reden was waarom ik zo huilde, dat ik me slecht voelde… De dagen nadien werd die opluchting vervangen door angst dat ik hier niet zou uit geraken maar op dat moment ben ik meer en meer beginnen wandelen met Livia. En elke stap die ik zette zag ik als een stap in de goede richting, weg van die neerwaartse spiraal, maar terug richting mezelf. Livia in de draagdoek, zodat zij rust vond, ik op mezelf, haren in de wind en vooruit gaan. Uiteindelijk heb ik geen psychologe geconsulteerd want ik voelde al snel dat ik ‘beter’ werd. Het besef en de erkenning dat wat me overkomen was niet evident was, en dat ik echt in overdrive had moeten leven gaven me rust. Ik heb naar mijn gevoel geen postnatale depressie meegemaakt maar ben verzeild geraakt in het proces van moederrouw.
Moederrouw
Ik leerde dat meer dan 60% van de pasbevallen moeders het toch moeilijk blijken te hebben na de geboorte van hun langverwachte kindje. Ze voelen zich niet goed in hun vel, ervaren gevoelens zoals angst, schuldgevoelens, neerslachtigheid, lusteloosheid… Falen is ook zo’n groot overheersend gevoel dat je steeds opnieuw kan besluipen, venijnig beestje is me dat. En als ik dan het concept van Lieve Van Weddingen hoorde snapte ik het duidelijke verschil tussen een ‘normale’ gang van zaken na de geboorte en een postnatale depressie. Moederrouw beschrijft ze als een rouwproces dat we als kersverse moeder meemaken. We maken de overgang van vrouw, partner, zus, vriendin naar moeder. Een nieuwe rol die meteen (tijdelijk) énorm overheerst. En daarbij komt het vaak voor dat we moeten rouwen. En zoals iedereen weet is dat een proces dat voor iedereen anders verloopt.
Ik denk dat ik in een rouwproces ben terecht gekomen, niet enkel van mezelf te verliezen, maar ook om niet de roze wolk te mogen ervaren die ik voor ogen had. Ik had alles geïdealiseerd, alles. En dat terwijl ik op het werkveld zelden een roze wolk zag passeren.
Zoals ik eerder al aangaf: wie hoog klimt, kan laag vallen. Ik viel jammer genoeg niet dwarrelend als een licht sneeuwvlokje van mijn roze wolk maar ik stortte neer als hagel.
Einde (van het rouwproces) in zicht
Pas toen Livia ongeveer 4 maanden oud was ben ik echt beginnen genieten van haar, van het ouderschap, van de kleinste dingen, zoals ik voordien ook deed. Ik kijk met veel pijn terug naar die periode ervoor. Sommige kinderliedjes die we afspeelden terwijl ze rusteloos in haar babyswing lag geven me nog steeds een misselijkmakend gevoel maar kijk waar ik nu sta. Ik ben dol-dol-dolgelukkig. Ik ben elke dag dankbaar voor mijn leven, mijn kind, mijn partner, mijn familie… Ik heb vrij diep gezeten, maar ik heb in mijn tocht terug naar boven zoveel bijgeleerd. Als ik nu op (tweede) huisbezoek ga bij pas bevallen moeders rond de 6 weken na de bevalling vind ik het helemaal niet meer raar het verplichte onderwerp over een postnatale depressie aan te halen (screening naar een postpartumdepressie is bij Kind en Gezin verplicht op een aantal leeftijden). Ik vind het zelfs doodnormaal geworden dit te bespreken. Als er dan een mama voor me zit die het erg moeilijk heeft en dit durft/kan te benoemen denk ik ook een betere luisteraar te zijn dan hiervoor. We moeten niet meteen aan de alarmbel trekken bij een vermoeden van een PPD maar het eerst en vooral bespreekbaar maken met de ouder(s) om een bewustwording te creëren. Dat lijkt me al heel veel. Het thema moederrouw raak ik geregeld aan, als de moeder de Nederlandse taal machtig is althans.
Vaders met een postpartumdepressie
We leerden tijdens onze opleiding bij Kind en Gezin ook steeds de vaders te betrekken. Zij hadden het kind dan misschien (nee zeker weten!) niet gebaard maar hun rol is ook veranderd, en misschien rouwen zij ook wel. Over vaderrouw werd alvast nog geen boek geschreven. Er bestaat überhaupt nog geen officiële diagnose voor mannen met een postnatale depressie! Studies uit verschillende landen zoals Brazilië, de VS en het VK tonen wel aan dat 4-5% van de vaders zich depressief voelt na de geboorte van hun kind. Andere studies beweren zelfs dat het eerder om 10% van de vaders gaat.
Tot slot
Ik schrijf deze blog om andere moeders (en vaders!) aan te tonen dat (aanhoudende) kraamtranen, babyblues helemaal normaal zijn. We kunnen niet voorspellen hoe het ouderschap voelt tot het zover is, al willen andere ouders ons vooraf zo graag behoeden. We hebben er geen oren naar en willen vooral dromen en idealiseren over ons nieuwe perfecte gezin. Laat hen doen, we zullen er nadien proberen zijn voor hen, niet?
Verder wil ik je meegeven dat het normaal is om je even niet lekker in je vel te voelen. Neem je tijd, probeer erover te praten met je partner of anderen en weet de verpleegkundige van Kind en Gezin of andere professionals te vinden als het je even teveel wordt. Als het niet meer ‘oké’ aanvoelt gaan we samen op zoek naar hulp. We staan voor je klaar.
Liefs,
Sarah
Ps. wil jij ook een gastblog schrijven? Neem dan even contact met mij op!
No Comments